quaker
Nederlands
Woordafbreking
- qua·ker
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘lid van godsdienstige sekte’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1655 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | quaker | quakers |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
quaker m/v
- volgeling van een religieuze beweging gekend onder de naam Genootschap der Vrienden
Vertalingen
1. volgeling van een religieuze beweging gekend onder de naam Genootschap der Vrienden
Gangbaarheid
- Het woord quaker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'quaker' herkend door:
78 % | van de Nederlanders; |
74 % | van de Vlamingen. |
Frans
Zelfstandig naamwoord
quaker
- quaker m/v ; volgeling van een religieuze beweging gekend onder de naam Genootschap der Vrienden
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.