python

Een python.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • py·thon
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘slang’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1622 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord python pythons
verkleinwoord pythontje pythontjes

Zelfstandig naamwoord

python m

  1. (reptielen)een groep van wurgslangen die niet giftig zijn en soms erg lang kunnen worden
    • Ik ben echt als de dood voor pythons! 
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord python staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

Uitspraak
  • IPA: /ˈpaɪθɑːn/
enkelvoud meervoud
python pythons

Zelfstandig naamwoord

python

  1. (reptielen) python
Hyperoniemen


Frans

Uitspraak
  • IPA: /pitɔ̃/
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  python     le python     pythons     les pythons  

Zelfstandig naamwoord

python m

  1. (reptielen) python
Hyperoniemen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.