pyjama

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • py·ja·ma
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘nachtkleding’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1912 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord pyjama pyjama's
verkleinwoord pyjamaatje pyjamaatjes

Zelfstandig naamwoord

pyjama m

  1. een kledingstuk voor de nacht
Hyponiemen
  • herenpyjama
  • strandpyjama
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord pyjama staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

Engels

Zelfstandig naamwoord

pyjama

  1. pyjama; een kledingstuk voor de nacht.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.