punkgroep
![](../I/m/Antiflag1_cropped.jpg)
De Amerikaanse punkgroep "Anti-Flag" in 2006.
Nederlands
Woordafbreking
- punk·groep
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van punk zn en groep zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | punkgroep | punkgroepen |
verkleinwoord | punkgroepje | punkgroepjes |
Zelfstandig naamwoord
punkgroep m/v
- (muziek) muziekgezelschap dat eenvoudige, luide rockmuziek speelt zoals die paste bij een stroming die zich rond 1980 afwijzend opstelde tegenover de gevestigde orde
- De punkgroep Breznew is losgebarsten en er heeft zich voor het podium een wild dansgroepje gevormd van vervaarlijk uitziende en krijsende punkers. [1]
Gangbaarheid
- Het woord punkgroep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'punkgroep' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Paanakker, M.A.C. "Ik heb nooit gelijk" in: Hollands Maandblad. 689 jrg. 46 nr. 4 (april 2005) L.J. Veen, Amsterdam; p. 23; geraadpleegd 2018-01-03
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.