prior
Nederlands
Woordafbreking
- pri·or
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘kloosteroverste’ voor het eerst aangetroffen in 1265 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | prior | priors |
verkleinwoord | - | - |
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord prior staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'prior' herkend door:
82 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.