overste

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • over·ste
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘aanspreektitel van een luitenant-kolonel; in België: meerdere in rang’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1588 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord overste oversten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

overste m

  1. iemand die de hoogste leiding van iets heeft
    • De overste besloot hieraan niet mee te werken. 
  1. (religie) het hoofd van een abdij of mannenklooster
  2. (militair) een rang in het leger
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord overste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.