prent

Nederlands

Uitspraak

Geluid: prent (hulp, bestand)

Woordafbreking

prent

Woordherkomst en -opbouw

Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘door in- of opdrukken verkregen plaat’ voor het eerst aangetroffen in 1294 [1]
[2]

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	prent	prenten
verkleinwoord	prentje	prentjes

Zelfstandig naamwoord

prent v / m [3]

gedrukte afbeelding
(informeel) bekeuring
wildspoor

Verwante begrippen

beeld, plaat, voorstelling

Hyponiemen

bidprent
drogenaaldprent

kinderprent
kleurprent

legprent
oordjesprent

rijmprent
rolprent
spotprent

titelprent
voetprent
zinneprent

Afgeleide begrippen

geprent, prentbriefkaart, prenten, prentenatlas, prentenbijbel, prentenboek, prentenkabinet, prentenlijf, prentkunst

Vertalingen

1.

Engels: engraving ^(en), image ^(en), picture ^(en)

Spaans: estampa ^(es) v, figura ^(es) m, imagen ^(es) v

Gangbaarheid

Het woord prent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'prent' herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

Zie Wikipedia voor meer informatie.

Werkwoord

vervoeging van
prenten

prent

enkelvoud tegenwoordige tijd van prenten
gebiedende wijs van prenten

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.