image

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ima·ge
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘voorstellingsbeeld’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1963 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord image images
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

image o

  1. het beeld dat van een persoon of instelling bestaat
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • imageverbetering
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord image staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
90 %van de Nederlanders;
77 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

Uitspraak
enkelvoud meervoud
image images

Zelfstandig naamwoord

image

  1. afbeelding


Frans

Uitspraak
  • Geluid:  image    (hulp, bestand)
  • IPA: /imaʒ/
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  image     l'image     images     les images  

Zelfstandig naamwoord

image v

  1. afbeelding
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.