premierbonus

Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
  • pre·mier·bo·nus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord premierbonus premierbonussen
verkleinwoord premierbonusje premierbonusjes

Zelfstandig naamwoord

premierbonus m

  1. (politiek) het verschijnsel dat een partij bij parlementsverkiezingen zetels te danken heeft aan het feit dat de zittende premier lijsttrekker van die partij is [2]


Gangbaarheid
  • Het woord premierbonus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen
  1. premierbonus op website: Etymologiebank.nl
  2. Rutte heeft 66,6% kans op een premierbonus
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.