predicaatsadjectief
Nederlands
Woordafbreking
- pre·di·caats·ad·jec·tief
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van predicaat en adjectief met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | predicaatsadjectief | predicaatsadjectieven |
verkleinwoord | predicaatsadjectiefje | predicaatsadjectiefjes |
Zelfstandig naamwoord
predicaatsadjectief o
- (grammatica) bijvoeglijk naamwoord dat dienst doet als naamwoordelijk deel van het gezegde
Gangbaarheid
- Het woord 'predicaatsadjectief' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.