praaien

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • praai·en
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘aanspreken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1651 [1] [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
praaien
praaide
gepraaid
zwak -d volledig

Werkwoord

praaien [3]

  1. overgankelijk iemand aanspreken, aanklampen, aanroepen, oproepen
  2. overgankelijk in het bijzonder: (op zee) (via de radio) communicatie beginnen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord praaien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
39 %van de Nederlanders;
53 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.