aanroepen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanroepen    (hulp, bestand)
  • IPA: /'anˌrupə(n)/
Woordafbreking
  • aan·roe·pen

(scheidbaar)

Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aanroepen
riep aan
aangeroepen
klasse 7 volledig

Werkwoord

aanroepen

  1. overgankelijk met roepen iemands aan aandacht vragen
    • Hij werd vanaf de overkant van het kanaal aangeroepen door een oude bekende. 
  1. overgankelijk bidden tot
  2. (informatica) een subprogramma uitvoeren
Afgeleide begrippen
  • aanroeping
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aanroepen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.