aanklampen
Nederlands
Woordafbreking
- aan·klam·pen
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘staande houden’ voor het eerst aangetroffen in 1672 [1]
- samenstelling van aan vz en klampen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aanklampen |
klampte aan |
aangeklampt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
aanklampen
- enteren
- overgankelijk aanspreken, vaak op hinderlijke wijze
- Op weg naar de vergadering werd hij aangeklampt door een lastige collega, die zich maar al te gegriefd voelde toen hij zei dat hij echt geen tijd had.
- inergatief zich net aan bij de rest voegen
- De achterblijver kon nog net bij het peleton aanklampen.
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord aanklampen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'aanklampen' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.