potent

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • po·tent
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het modern Latijn, in de betekenis van ‘met seksueel vermogen’ voor het eerst aangetroffen in 1961 [1]
  • [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen potentpotenterpotentst
verbogen potentepotenterepotentste
partitief potentspotenters-

Bijvoeglijk naamwoord

potent [3]

  1. tot iets in staat, krachtig, machtig
  2. (seksualiteit) in staat om geslachtsgemeenschap te hebben
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord potent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.