pomphouder

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pomp·hou·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pomphouder pomphouders
verkleinwoord pomphoudertje pomphoudertjes

Zelfstandig naamwoord

pomphouder m

  1. exploitant van een benzinepomp (tankstation)
  2. houder waarin men een pomp kan plaatsen [1]

Gangbaarheid

  • Het woord pomphouder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.