pomphouder
Nederlands
Woordafbreking
- pomp·hou·der
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van pomp en houder
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pomphouder | pomphouders |
verkleinwoord | pomphoudertje | pomphoudertjes |
Zelfstandig naamwoord
pomphouder m
- exploitant van een benzinepomp (tankstation)
- houder waarin men een pomp kan plaatsen [1]
Gangbaarheid
- Het woord pomphouder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'pomphouder' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.