pogen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pogen    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ˈpoχə(n)/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈpoɣə(n)/
Woordafbreking
  • po·gen
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘proberen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1265 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
pogen
poogde
gepoogd
zwak -d volledig

Werkwoord

pogen

  1. inergatief (formeel) iets met succes trachten te volbrengen, waarvan men niet weet of het gaat lukken
    • Hij poogt naar Amerika te roeien, maar door het slechte weer op de Atlantische Oceaan lijkt zijn poging weinig veelbelovend. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord pogen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.