poogde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  poogde    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ˈpoχdə/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈpoxdə/
Woordafbreking
  • poog·de

Werkwoord

vervoeging van
pogen

poogde

  1. enkelvoud verleden tijd van pogen
    • Ik poogde. 
    • Jij poogde. 
    • Hij, zij, het poogde. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.