plechtig

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • plech·tig
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘statig’ voor het eerst aangetroffen in 1710 [1]
  • afgeleid van plicht met het achtervoegsel -ig [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen plechtigplechtigerplechtigst
verbogen plechtigeplechtigereplechtigste
partitief plechtigsplechtigers-

Bijvoeglijk naamwoord

plechtig

  1. met ernst en formeel ceremonieel
    • Die ingebruikneming had wel wat plechtiger gemogen. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord plechtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.