statig
Nederlands
Woordafbreking
- sta·tig
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘voornaamheid weerspiegelend’ voor het eerst aangetroffen in 1599 [1]
- afgeleid van staat met het achtervoegsel -ig [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | statig | statiger | statigst |
verbogen | statige | statigere | statigste |
partitief | statigs | statigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
statig
- deftig en indrukwekkend
- De statige herenhuizen aan de Amsterdamse grachten staan op de werelderfgoedlijst.
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
- statigheid
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord statig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'statig' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.