plaatsigheid

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • plaat·sig·heid
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van plaatsig met het achtervoegsel -heid.
enkelvoud meervoud
naamwoord plaatsigheid -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

plaatsigheid v

  1. (wiskunde) het aantal argumenten van een relatie of functie
    • ... Ook hier geven we de plaatsigheid aan door een hooggeplaatste index.[1] 
Synoniemen
Vertalingen

Verwijzingen

  1. blz 92 Logica voor informatica
    door Johan F. Van Benthem
    uigegeven: Pearson Education, 2003
    ISBN 9043007226, ISBN 9789043007221

Gangbaarheid

  • Het woord 'plaatsigheid' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.