pinda

[1], [2] Pinda's.

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pinda    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈpɪnda/
Woordafbreking
  • pin·da
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Papiaments, in de betekenis van ‘olienootje’ voor het eerst aangetroffen in 1740 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord pinda pinda's
verkleinwoord pindaatje pindaatjes

Zelfstandig naamwoord

pinda v/m

  1. (plantkunde) Arachis hypogaea , een tot de vlinderbloemenfamilie behorende plant
  2. (voeding) een vrucht van deze plant
  3. (scheldwoord) Chinees of iemand met Aziatisch uiterlijk
Synoniemen
Hyponiemen
  • vliespinda
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord pinda staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.