pijptabak
Nederlands
Woordafbreking
- pijp·ta·bak
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van pijp en tabak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pijptabak | pijptabakken |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
pijptabak m
- (gesausde) grof of halfgrof gesneden kerftabak die voor het roken in de pijp geschikt is
Gangbaarheid
- Het woord pijptabak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'pijptabak' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.