pijnscheut
Nederlands
Woordafbreking
- pijn·scheut
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van pijn zn en scheut zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pijnscheut | pijnscheuten |
verkleinwoord | pijnscheutje | pijnscheutjes |
Zelfstandig naamwoord
pijnscheut m
- een kortdurende scherpe pijn
- Lewandowski ging zaterdag in de gewonnen topper tegen RB Leipzig (2-0) kort voor rust naar de kant. De Pool had kort daarvoor de tweede treffer van Bayern voor zijn rekening genomen, zijn tiende doelpunt dit seizoen in de Bundesliga. "Het leek op kramp", zei Lewandowski over de pijnscheut in zijn bovenbeen.[1]
- In Engeland zouden in 2014 ruim 300 ongevallen zijn veroorzaakt door verblinde bestuurders, zo schrijft de Daily Mail. De 70-jarige Engelsman Roy Milnes heeft de actiegroep Lightmare, een variant op Nightmare (nachtmerrie) opgericht. Hij zegt duizenden klachten van automobilsten te hebben gekregen. Onder hen veel bestuurders die letterlijk een pijnscheut voelen als een koplamp in hun ogen schijnt.[2]
Gangbaarheid
- Het woord pijnscheut staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'pijnscheut' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- de Telegraaf 30 oktober 2017
- de Telegraaf 2 mei 2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.