pianoles
Nederlands
Woordafbreking
- pi·a·no·les
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van piano en les
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pianoles | pianolessen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
pianoles v/m [1]
- (muziek) (onderwijs) een aaneengesloten periode dat men samen met een pianoleraar piano leert spelen
- Naast de pianoles moet je ook heel veel thuis oefenen om goed piano te lerenspelen.
- Hoe word je wie je bent? Michelle Obama woonde acht jaar in de ‘witte kooi’ aan Pennsylvania Avenue. Als meisje mocht ze een rondje fietsen in de buurt na pianoles. [2]
Gangbaarheid
- Het woord pianoles staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'pianoles' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.