peddel

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ped·del
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘roeispaan’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1855 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord peddel peddels
verkleinwoord peddeltje peddeltjes

Zelfstandig naamwoord

peddel m

  1. stok met aan het uiteinde een verbreding, gebruikt om een vaartuig voort te bewegen
Synoniemen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
peddelen

peddel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van peddelen
    • Ik peddel. 
  2. gebiedende wijs van peddelen
    • Peddel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van peddelen
    • Peddel je? 

Gangbaarheid

  • Het woord peddel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.