peddelen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ped·de·len
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘fietsen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1912 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
peddelen
peddelde
gepeddeld
zwak -d volledig

Werkwoord

peddelen

  1. ergatief zich door middel van een peddel afduwend over het water ergens heen bewegen
    • Hij was in New Hampshire een stuk over een meer gepeddeld en kwam daar een paar ijsduikers tegen. 
  1. inergatief zich door middel van een peddel afduwen tegen het water
    • Er werd verwoed gepeddeld, maar de andere ploeg won toch de wedstrijd. 

Gangbaarheid

  • Het woord peddelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.