peddelen
Nederlands
Woordafbreking
- ped·de·len
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘fietsen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1912 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
peddelen |
peddelde |
gepeddeld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
peddelen
- ergatief zich door middel van een peddel afduwend over het water ergens heen bewegen
- Hij was in New Hampshire een stuk over een meer gepeddeld en kwam daar een paar ijsduikers tegen.
- inergatief zich door middel van een peddel afduwen tegen het water
- Er werd verwoed gepeddeld, maar de andere ploeg won toch de wedstrijd.
Gangbaarheid
- Het woord peddelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'peddelen' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.