patta

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  patta    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈpɑta/
Woordafbreking
  • pat·ta
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

patta

  1. verouderde spelling of vorm van pata van vóór 2015
    • Hier zit Nina, groot postuur, in ruimvallende sportkleding en opvallende pattas gestoken, die met een Surinaamse tongval spreekt. [3]
    • ‘Strakke pattas, ouwe.’ NEE, NEE en nog eens NEE. Je bent niet een van hen, je bent docent en docenten praten netjes, als docenten. Dus geen Surinaamse woorden in het klaslokaal. [4]
    • Dat zijn dus kekke pattas. Of in normaal Nederlands: leuke sportschoenen. [5]

Gangbaarheid

  • Het woord 'patta' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Instituut voor Nederlandse Lexicologie (17 mei 2012). "Waar komen de geldtermen 'doni' en 'barki' vandaan?". Geraadpleegd op 24 juli 2012.
  2. "Amsterdams dialect" op mijnwoordenboek.nl. Geraadpleegd op 24 juli 2012.
  3. Scherpenzeel, Elisabeth van (17 maart 2007). "Nina: hard met een zacht randje". Kindamuzik. Geraadpleegd op 24 juli 2012.
  4. Masius, Jasmijn (5 maart 2009). "Handleiding voor de moderne docent". Trajectum. Geraadpleegd op 24 juli 2012.
  5. Dolk, Simone (25 maart 2012). "Kek!". Paper&Zout. Geraadpleegd op 24 juli 2012.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.