paskamer
Nederlands
![](../I/m/Cabines-d'essayage-Copenhague.jpg)
Zes paskamers in een klerenwinkel
Woordafbreking
- pas·ka·mer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van pas ww en kamer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | paskamer | paskamers |
verkleinwoord | paskamertje | paskamertjes |
Zelfstandig naamwoord
paskamer v/m
- een ruimte in een kledingzaak waarin men kleding kan passen
- Wij beschikken over drie paskamers.
Vertalingen
1. een ruimte in een kledingzaak waarin men kleding kan passen
Gangbaarheid
- Het woord paskamer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'paskamer' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.