paarsgewijs
Nederlands
Woordafbreking
- paars·ge·wijs
Woordherkomst en -opbouw
stellend | |
---|---|
onverbogen | paarsgewijs |
verbogen | paarsgewijze |
partitief | paarsgewijs |
Bijvoeglijk naamwoord
paarsgewijs
- bij paren, twee aan twee
- Zij moesten die paarsgewijze missie snel volbrengen.
Vertalingen
1. bij paren, twee aan twee
Gangbaarheid
- Het woord paarsgewijs staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'paarsgewijs' herkend door:
81 % | van de Nederlanders; |
72 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.