overvloed
Nederlands
Woordafbreking
- over·vloed
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van over en vloed
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | overvloed | overvloeden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
overvloed m
- (economie) het voorhanden zijn van meer dan voldoende van iets
- Er was een overvloed van aardbeien dat jaar.
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord overvloed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'overvloed' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.