overnoeming

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • over·noe·ming
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord overnoeming overnoemingen
verkleinwoord overnoeminkje overnoeminkjes

Zelfstandig naamwoord

overnoeming v

  1. (taalkunde) beeldspraak waarbij men een woord B zegt in plaats van het woord A terwijl er tussen A en B een vaste relatie (een contiguïteitsrelatie) is
    • "Ik heb Couperus gelezen" is een overnoeming van "Ik heb een boek van Couperus gelezen". 
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'overnoeming' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.