overkoepelen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • over·koe·pe·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
overkoepelen
overkoepelde
overkoepeld
zwak -d volledig

Werkwoord

overkoepelen

  1. overgankelijk (bouwkunde) met een koepelconstuctie overdekken
    • De open carré in het midden van het gebouw is met glas overkoepeld en biedt nu een zonovergoten plek aan de bibliotheek. 
  1. overgankelijk overdrachtelijk onder een grotere organisatie onderbrengen
    • Bij de Federatie zijn ook een aantal Antwerpse gilden aangesloten die niet dadelijk overkoepeld zijn door één van de verbonden die aangesloten zijn bij de Federatie. 

Gangbaarheid

  • Het woord overkoepelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.