overhaasting
Nederlands
Woordafbreking
- over·haas·ting
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van overhaasten met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | overhaasting | overhaastingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
overhaasting v [1]
- met te grote spoed
- Petter van Raalte, cultureel ondernemer: „Als het voldoende humanistisch is, ben ik voor. Ik ben benieuwd of het loopt. We hebben in de Gouvernestraat indertijd ook films vertoond over levensvragen, en daar was veel waardering voor, maar het liep niet storm. Het past bij de tijd, waar in de overhaasting van sociale media, toenemend behoefte ontstaat aan ‘echte’ sociale contacten. [2]
Synoniemen
- overijling, driftigheid
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord overhaasting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'overhaasting' herkend door:
76 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC Elsje Jorritsma 13 mei 2016 Stelling van de week: Bij films over levensvragen liep het niet storm
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.