bezinning
Nederlands
Woordafbreking
- be·zin·ning
Zelfstandig naamwoord
bezinning v[1]
- terugkomen van een dwaling of een verbijstering
- Gelukkig kwam hij nog op tijd tot bezinning voordat hij echt domme dingen had gedaan.
- het rustig overdenken van zaken
- Want ik zeg u eerlijk: er gaan in de hectiek van alledag periodes voorbij waarin bezinning en reflectie er bij inschieten. [2]
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
- bezinningscentrum, bezinningscongres, bezinningsdag, bezinningsmoment, bezinningsperiode, bezinningsproces, bezinningsruimte, bezinningstijd
Vertalingen
1.
|
|
Gangbaarheid
- Het woord bezinning staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bezinning' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.