overhaasten

Nederlands

Uitspraak

Geluid: overhaasten (hulp, bestand)
IPA: /ovər'hastə(n)/

Woordafbreking

over·haas·ten

Woordherkomst en -opbouw

samenstelling van over vz en haasten ww

Werkwoord

overhaasten [1]

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
overhaasten	overhaastte	overhaast
zwak -t	volledig

iets te snel willen doen zodat er fouten gemaakt worden

- Minister voor Eenwording, Cho Myong-gyon, voerde namens de Zuid-Koreaanse delegatie het woord. Hij liet vlak voor de ontmoeting weten kalm het gesprek aan te gaan en de zaken niet te overhaasten.[2]

- Onlangs liet de zangeres, die sinds de scheiding met Van Ingen op een vakantiepark in De Lutte woont, weten dat haar relatie „hartstikke goed” ging en dat ze „een enorme lieverd” had getroffen. „We willen echter niets overhaasten”, vertelde de Dutch Diva aan Privé.[3]

Synoniemen

jachten, jagen

Antoniemen

treuzelen

Vertalingen

1.

Engels: hurry ^(en), rouse ^(en), make haste ^(en)

Gangbaarheid

Het woord overhaasten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'overhaasten' herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.

Verwijzingen

Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
de Telegraaf 09 jan. 2018
de Telegraaf 08 jan. 2018

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.