overbevolking
Nederlands
Woordafbreking
- over·be·vol·king
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van over bw en bevolking zn
- Naamwoord van handeling van overbevolken met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | overbevolking | overbevolkingen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
overbevolking v
- toestand waarbij een ruimte, gebied of land zo dichtbevolkt is dat het problemen geeft
- De overbevolking in de cellen leidt tot erbarmelijke omstandigheden.
- In het dichtbevolkte land dreigt overbevolking.
- Het is eigenlijk gek dat westerlingen altijd naar Afrika wijzen als het gaat om overbevolking, merkte de Botswaanse auteur Siyanda Mohutsiwa onlangs op op Twitter. Waarom is Parijs nooit overbevolkt, of New York? Ze hekelde de Franse president Emmanuel Macron, die bij zijn eerste toespraak op Afrikaanse bodem Afrikanen vertelde dat ze te veel kinderen kregen. Zou hij dat ooit zeggen over zijn eigen land, dat vrouwen maar wat minder kinderen moeten krijgen, vroeg ze zich retorisch af. [1]
Vertalingen
1. toestand waarbij een ruimte, gebied of land zo dichtbevolkt is dat het problemen geeft
Gangbaarheid
- Het woord overbevolking staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- Volkskrant Hidde Boersma18 januari 2019 Bevolkingsgroei maakt een welvarend en groen Afrika mogelijk
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.