oudoom
Nederlands
Woordafbreking
- oud·oom
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van oud en oom
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oudoom | oudooms |
verkleinwoord | oudoompje | oudoompjes |
Zelfstandig naamwoord
oudoom m
- (familie) een oom van een ouder
- Een oudoom van mij is frater in Kenia.
Vertalingen
1. een oom van een ouder
Gangbaarheid
- Het woord oudoom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'oudoom' herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
67 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.