ortho-

Nederlands

Huidig
bestand
28
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van het Oudgriekse orthós

Voorvoegsel

ortho-

  1. recht, juist, waar
Hyponiemen
  • orthocentrisch, orthochroom, orthodidacticus, ortholoog, orthometrie, orthopraxie, orthotheek
Afgeleide begrippen

Verwijzingen

    Gangbaarheid

    • Het woord 'ortho-' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

    Meer informatie

    Deens

    Huidig
    bestand
    1
    Uitspraak
    • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
    • IPA: /ˈɒːto-/
    Woordafbreking
    • or·tho
    Woordherkomst en -opbouw
    • Afkomstig van het Griekse woord "orthos" 'recht, juist, waar'.

    Voorvoegsel

    ortho- (niet-officiële spelling, komt vaak voor bij chemici)

    1. (scheikunde) voorvoegsel voor de benaming van derivaten van benzeen
    2. (scheikunde) voorvoegsel voor de benaming van zuren
    Schrijfwijzen
    • [1-2]: orto- (officiële spelling)
    Afgeleide begrippen
    Verwante begrippen

    Duits

    Huidig
    bestand
    0
    Uitspraak
    • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
    Woordafbreking
    • or·tho
    Woordherkomst en -opbouw
    • Afkomstig van het Griekse woord "orthos" 'recht, juist, waar'.

    Voorvoegsel

    ortho-

    1. ortho-
    Schrijfwijzen
    • Ortho- (voor woorden die zelfstandige naamworden of gesubstantiveerde woorden zijn)
    Afgeleide begrippen
    This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.