opzegtermijn

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·zeg·ter·mijn
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord opzegtermijn opzegtermijnen
verkleinwoord opzegtermijntje opzegtermijntjes

Zelfstandig naamwoord

opzegtermijn m

  1. opzeggingstermijn, de tijd die zit tussen het opzeggen en het moment dat de afspraak ook echt stopt
    • Voor een krantenabonnement geldt een opzegtermijn van drie maanden. 

Gangbaarheid

  • Het woord opzegtermijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.