opvoeding
Nederlands
Woordafbreking
- op·voe·ding
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | opvoeding | opvoedingen |
verkleinwoord | opvoedinkje | opvoedinkjes |
Zelfstandig naamwoord
opvoeding v
- (sociologie) het proces waarin iemand wordt gevormd naar de normen van diens opvoeders, en daarmee meestal de samenleving waarin hij leeft
- (sociologie) iemands algemene vorming en ontwikkeling
Synoniemen
- [1] pedagogiek
Afgeleide begrippen
- opvoedingsbegeleiding, opvoedingsgesticht, opvoedingshulp, opvoedingsinstantie, opvoedingsinstelling, opvoedingsinstituut, opvoedingsmanier, opvoedingsprobleem, opvoedingstherapeut, opvoedingstherapie, opvoedingswijze
Vertalingen
1. het proces waarin iemand wordt gevormd naar de normen van diens opvoeders, en daarmee meestal de samenleving waarin hij leeft
2. iemands algemene vorming en ontwikkeling
Gangbaarheid
- Het woord opvoeding staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'opvoeding' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.