opvallen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  opvallen    (hulp, bestand)
  • IPA: /'ɔpfɑlə(n)/
Woordafbreking
  • op·val·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
opvallen
/'ɔpfɑlə(n)/
viel op
/vil'ʔɔp/
opgevallen
/'ɔpxəvɑlə(n)
/'ɔpχəvɑlə(n)/
klasse 7 volledig

Werkwoord

opvallen

  1. ergatief gemakkelijk opgemerkt worden, opzien baren
    • Het grote verschil met het vorig jaar viel iedereen onmiddellijk op. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord opvallen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.