opspraak
Nederlands
Woordafbreking
- op·spraak
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van op en spraak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | opspraak | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
opspraak v/m
- publieke discussie, gewoonlijk in afkeurende zin
- Meent ze dat ze boven de opspraak is verheven?
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
- in opspraak komen
publieke kritiek te verduren krijgen; in een schandaal verwikkeld raken
Gangbaarheid
- Het woord opspraak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'opspraak' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.