opsporingsbevoegdheid
Nederlands
Woordafbreking
- op·spo·rings·be·voegd·heid
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van opsporing zn en bevoegdheid met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | opsporingsbevoegdheid | opsporingsbevoegdheden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
opsporingsbevoegdheid v
- het recht hebben om onderzoek te doen naar strafbare feiten en de plegers van deze feiten
- De clusterchef geeft aan dat ze het werk op een andere manier gaat organiseren. 'Service-medewerkers', overigens gewone agenten met een opsporingsbevoegdheid, moeten meer administratieve taken overnemen van de wijkagenten, zodat die in plaats van achter hun bureau vaker aanwezig kunnen zijn in de gebieden die hen zijn toegewezen. [1]
- Hondenbezitters zijn echter wel verplicht een opruimmiddel (zakje of schepje) voor de hondenpoep bij zich te hebben voor het geval hun huisdier ergens anders zijn behoefte doet. Daar wordt op gecontroleerd door acht medewerkers van de afdeling Stadstoezicht met een opsporingsbevoegdheid. [2]
- Het zou naïef zijn te veronderstellen dat elders in Europa en de rest van de wereld wel wedstrijden worden gemanipuleerd, maar dat het in ons land niet zou kunnen voorkomen. Punt is echter dat wij geen opsporingsbevoegdheid hebben en dus met handen en voeten zijn gebonden.' [3]
Gangbaarheid
- Het woord opsporingsbevoegdheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- Tubantia 23-11-12 Agenten minder achter bureau
- Tubantia 29-03-10 Gemeente stelt boetes voor overtreden hondenpoepregels uit
- Tubantia Martijn Verburg 04-06-12 KNVB: Doorberekenen politiekosten een ramp
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.