opsporingsbevel

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·spo·rings·be·vel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord opsporingsbevel opsporingsbevelen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

opsporingsbevel o [1]

  1. bevel dat een politiedienst mag en moet zoeken naar een persoon en deze mag arresteren
    • Helena S. uit Eindhoven werd op 21 december aangehouden omdat ze op weg zou zijn naar Syrië. Tegen haar was een internationaal opsporingsbevel uitgevaardigd. Ze werd opgepakt toen ze vanuit Turkije de grens met Bulgarije wilde oversteken. S. zou zich in Syrië hebben willen aansluiten bij terreurbeweging Islamitische Staat, meldde AP eerder op basis van het Bulgaarse persbureau BTA. Zijzelf zou dat vrijwel direct ontkend hebben: “Ik ben akkoord met mijn uitlevering. Ik ben een moslim. Ik heb mijn idealen, maar ik ben geen terrorist.” [2] 

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord opsporingsbevel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.