oprakelen
Nederlands
Woordafbreking
- op·ra·ke·len
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van op bw en rakelen ww
| stamtijd | ||
|---|---|---|
| onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
| oprakelen |
rakelde op |
opgerakeld |
| zwak -d | volledig | |
Werkwoord
oprakelen
- overgankelijk het vuur feller doen branden door erin te poken
- Hij rakelde het dovende vuur op.
Vertalingen
1. het vuur feller doen branden door erin te poken
Gangbaarheid
- Het woord oprakelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'oprakelen' herkend door:
| 98 % | van de Nederlanders; |
| 98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.