opneming

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  opneming    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɔˈpnemɪŋ/
Woordafbreking
  • op·ne·ming
Woordherkomst en -opbouw
  • naamwoord van handeling opnemen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud meervoud
naamwoord opneming opnemingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

opneming v [1]

  1. plaatsen of binnenlaten van iets of iemand
  2. het plaatsen van een persoon in een ziekenhuis of inrichting
    • Advocaat Joke van der Lem uit Deventer werd vervolgens als die advocaat aangewezen vanwege haar expertise in het strafrecht en de wet Bijzondere Opneming in een Psychiatrisch Ziekenhuis (BOPZ). Volgens het toegepaste artikel 509a wetboek van strafrecht wordt dan een strafzaak in beginsel achter gesloten deuren behandeld, zoals ook bij jeugdzaken. De zitting gisteren begon – achter gesloten deuren - met de vraag of van de beslotenheid moet worden afgeweken. [2] 
  1. plaatsen van iemand in een lijst of register
    • 'Geen atleet die bestraft is wegens overtreding van het dopingklassement kan nog meedoen in deze verkiezing', zei Davis. 'Dat geldt ook voor opneming in de Hall of Fame van de IAAF'. [3] 
  1. het opmeten van iets
Synoniemen
Hyponiemen
  • [1] tenhemelopneming, Maria-Tenhemelopneming
  • [4] plaatsopneming, stemopneming, tijdopneming
Afgeleide begrippen
  • opnemingsvermogen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord opneming staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
86 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.