opsluiting
Nederlands
Woordafbreking
- op·slui·ting
Zelfstandig naamwoord
opsluiting v [1]
- het opsluiten
- (bouwkunde) het vastzetten van een aantal verbonden delen van een bouwwerk, van bestrating
- afsluitende rand om bestratingen
- (techniek) keg of wig waarmee voorwerpen verbonden worden
Gangbaarheid
- Het woord opsluiting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'opsluiting' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.