oplader
Nederlands
Woordafbreking
- op·la·der
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van op en lader
- Naamwoord van handeling van opladen met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oplader | opladers |
verkleinwoord | opladertje | opladertjes |
Zelfstandig naamwoord
oplader m
- Batterijlader. Apparaat om een batterij of accu weer van stroom te voorzien.
- Een smartphone moet iedere nacht aan de oplader.
Gangbaarheid
- Het woord oplader staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'oplader' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.