opgetogen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·ge·to·gen
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘verrukt’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1461 [1]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen opgetogenopgetogeneropgetogenst
verbogen opgetogenste
partitief opgetogensopgetogeners-

Bijvoeglijk naamwoord

opgetogen

  1. in een enthousiaste stemming
    • De winnaar was in een opgetogen stemming. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
stellend vergrotend overtreffend
opgetogen opgetogener het opgetogenst

Bijwoord

opgetogen

  1. met enthousiasme, op enthousiaste wijze
    • Het plan werd opgetogen ontvangen. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord opgetogen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.