openbaren

Nederlands

naamwoord van handeling
zelfstandig bijvoeglijk
openbarenopenbarend
openbaringgeopenbaard
Uitspraak
Woordafbreking
  • open·ba·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
openbaren
openbaarde
geopenbaard
zwak -d volledig

Werkwoord

openbaren

  1. overgankelijk wat voorheen een geheim was algemeen bekend maken
    • De directie openbaarde een ingrijpend reorganisatieplan. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord openbaren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.